Gerard Monté, 20 mei 2001
Een tijdje geleden werd geconstateerd dat het rijke interieur van 'Het Franse Kabinet' verdwenen was, gesloopt. Maar er is meer aan de hand geweest met het pand: Kerkstraat 73-75. Het was een van de laatste houten voorgevels in de Bossche binnenstad, die van Het Franse Kabinet. Het pand zal dus oorspronkelijk uit de middeleeuwen gedateerd zijn, aangezien het na de grote stadsbranden van de vijftiende eeuw verboden werd om in hout te bouwen. Zelfs herstellingen mochten toen niet meer plaatsvinden aan deze kwetsbare panden. Langzamerhand verdwenen de strooien daken en kwamen er leien daken; de houten voorgevels werden van steen, onder meer dankzij stedelijke subsidies. Deze bepaling werd in 1744 nog eens herhaald: het herstellen van een houten voorgevel werd bestraft met een boete van vijftig gulden; timmerlieden die hieraan meewerkten kregen vijfentwintig gulden boete opgelegd. Ons pand was in de zeventiende eeuw nog steeds van hout. Jacob Eeltjens was in de zeventiende eeuw eigenaar van het pand dat later in het bezit kwam van zijn schoonzoon Johan Verreyt. Deze verkocht het in 1675 aan Peter Loeff van der Sloot. Na zijn dood kwam zijn oudste zoon, Godefridus, in het bezit van dit pand. Hij zal er waarschijnlijk niet gewoond hebben, maar het hebben verhuurd, want hij woonde in Diest. Na zijn dood werd een andere inwoner van deze plaats eigenaar van het pand: Willem Cremer. Ruim een eeuw later was de familie Van der Vaart eigenaar van het pand. Zij dreven er een stoffenzaak in. Kennelijk wilden zij het pand moderniseren en sloopten de houten voorgevel. Er kwamen geen protesten. De plaatselijke pers maakte geen melding van het verdwijnen van 'de laatste houten voorgevel' die 's-Hertogenbosch rijk was. Met de modernste technieken - de photographie - werden nog enige opnamen van het pand gemaakt. Er was een tekenaar die op 18 mei 1878 het pand tekende. Daarna verdween de voorgevel... De reden was de brandgevaarlijkheid, aangezien er een stoffenhandel in gedreven werd. In mei 1878 verdween één van de laatste houten middeleeuwse voorgevels uit het Bossche stadsbeeld. De stoffenzaak van Van der Vaart kreeg een moderne voorgevel. Na deze familie dreven de dames Van Asseldonk een modezaak in het pand, terwijl er daarna een hoedenzaak in gevestigd was. Slechts enkele hoeden stonden er in de etalage. Als voorlaatste gebruiker was De Orangerie in het pand gevestigd, een bloemenspeciaalzaak die enkele jaren geleden naar de Sint-Jozefstraat verhuisde. na enige tijd leeg gestaan te hebben is er thans een winkel in gevestigd die zich specialiseert in interieurs. Het eigen interieur van Het Franse Kabinet is echter verdwenen. |
Coenen, in dameshoeden1155. Het Fransch Kabinet. Was de laatst overgebleven houten gevel. Er zijn nog photo's van in omloop. | 65 |
1993 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Het Franse KabinetBrabants Dagblad donderdag 28 oktober 1993 (foto) |
|
2000 |
Wim HagemansRijksmonument Fransch Kabinet aan Kerkstraat zoveel mogelijk gerestaureerd. Middeleeuwse achtergevel staat alweerBrabants Dagblad donderdag 30 maart 2000 (foto) |
2001 |
Kerkstraat 73Dit winkel-woonhuis behoort tot het kenmerkende laatmiddeleeuwse Bossche woonhuistype dat is ingedeeld in een voor- en vast achterhuis. Het pand had tot 1878 als één van de allerlaatste huizen zijn 15e eeuwse houten voorgevel bewaard. Maar in datzelfde jaar werd met name op de begane grond verbouwd tot winkel (in het pand is geruime tijd een gerenommmeerde hoedenwinkel gevestigd geweest), waarbij een nieuwe voorgevel werd opgetrokken. In het winkelinterieur dateren enkele stucplafonds en betimmeringen uit dezelfde periode. Op de verdiepingen en zolders is het oorspronkelijke middeleeuwse werk voor een groot deel behouden gebleven, met plaatselijk herstellingen uit de 17e eeuw (houten consoles onder de 15e eeuwse moerbalken en sleutelstukken). De middeleeuwse sporenkap is nog grotendeels gaaf, evenals het daarop gelegen eikenhouten dakbeschot in het woonhuis. Uit onderzoek is gebleken dat het voorhuis tot stand is gekomen omstreeks 1475 na de verbouwing van een ouder, lager voorhuis. Het achterhuis is gebouwd omstreeks 1450 maar heeft waarschijnlijk eveneens een oudere voorganger gehad.Tussen de eerste verdieping en zolder is nog het restant van de oorspronkelijk houten spiltrap aanwezig. Het pand is van 1999-2001 gerestaureerd, waarbij de stenen trapgevel aan de achterzijde is gerecontrueerd naar zijn 15e eeuwse vorm op basis van bouwhistorisch onderzoek.
Gemeente 's-Hertogenbosch 2001
|
1910 | J. en M. Coenen (modes) |
1914 | A.N. Driessen (fa. van Asseldonk) modiste |
1928 | mej. J.C.F.H. Coopmans - A.N. Driessen - mej. A.M.M. Wiessing |
1943 | A.N. Driessen (fa. van Asseldonk) modisterij - A.N. Driessen (winkelier modeartikelen) - R.J.A. Driessen (kantoorbediende) |
1865 | E. Pinkhof (tandmeester) - weduwe E. Pinkhof - J.A.H. van der Vaart (lintfabrijkant) |
1875 | mej. C.M.A. Gram (partikuliere) - J.A.H. van der Vaart (lintfabriekant) |
1879 | A. van Asseldonk (beeldhouwer) |
1881 | A. van Asseldonk (beeldhouwer) - Gez. van Asseldonk (modistes) |
1908 | J. en M. Coenen (modes) |
18?? | van der Vaart |